Zes of zeven jaar geleden was ik aan het mountainbiken met mijn neef. In Wijk aan Zee gingen we de trails op en klommen we naar het noorden langs de duinrij van Heemskerk, Castricum en Bakkum. Bij Bakkum kwamen we langs de Wei van Brasser. Waarom het een wei heet, weet ik nog steeds niet want het bestaat uit twee geschakelde plassen. Ik kan me nog herinneren dat we op een gegeven moment op een stuk singletrack reden waar we links en rechts water hadden op ongeveer een paar meter afstand.
Dit was allemaal voordat we te maken kregen met een enorme droogteperiode die nu al vijf jaar duurt. Alhoewel het de laatste tijd veel heeft geregend, heeft het water in de Wei nog niet de hoogte bereikt van toen. Eerlijk gezegd denk ik dat het nog heel lang gaat duren voordat de natuur hier hersteld is.
Maar er is gelukkig ook goed nieuws want alhoewel het technisch nog winter is, is het voor de vogels al volop lente. De pimpel- en koolmezen zingen al voluit. Maar ook de Groenling, Merel en Heggemus oefenen hun zang al. Wandelend in het bos, ontdekte ik bovenstaande Grote Bonte Specht al tikkend op een dode boom. Chuck-chuck-tik-tik-tik zei hij, maar niet specifiek tegen mij.